Het was een kwart eeuw geleden een term die vooral Amerikaanse economen graag
schamperend gebruikte: eurosclerosis. De Europese arbeidsmarkt was ziek.
Werkloosheid was hoog, en ondanks perioden van redelijke economische groei
bleef het aantal Europeanen zonder werk min of meer gelijk.
Economen hadden verschillende verklaringen voor deze Europese ziekte. Sommigen
hielden het er op dat door de snelheid van technologische ontwikkeling er
een groep mensen was ontstaan die niet meer de juiste vaardigheden hadden om
mee te kunnen draaien.
Wie eenmaal werkloos was verloor de aansluiting bij de snel veranderende
arbeidsmarkt. Met iedere conjuncturele dip kwamen er daardoor nieuwe
werklozen bij, die als de economie weer aantrok noodgedwongen aan de zijlijn
bleven staan.
Simpeler
Andere economen – vooral die in de VS – hadden een simpelere verklaring. De
Europese welvaartstaat met hoge uitkeringen en weinig prikkels om aan het
werk te gaan, dat was de schuldige.
De Amerikanen keken er naar en schudden het hoofd. Gezien vanuit de meest
dynamische economie ter wereld leek eurosclerosis een ongeneselijke ziekte.
In de VS waren er ook wel perioden van flinke werkloosheid. In een recessie
ging zelfs vaak een groter deel van de banen verloren dan in het slome
Europa. Maar als enkele kwartalen later de economie weer aantrok was al snel
iedereen weer aan het werk.
De Amerikaanse industrie was sterk en deactiverende uitkeringen ontbraken. De
arbeidsmarkt was kerngezond.
Rollen omgedraaid
Dat was toen. In de huidige crisis lijken de rollen omgedraaid. In Europa –
in elk geval in het noorden ervan – is de werkloosheid relatief weinig
opgelopen. In landen als Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Denemarken
bleef het aantal werklozen opvallend beperkt, en is het cijfer al weer een
paar maanden aan het dalen.
Het zuiden van Europa lijdt nog altijd aan de Europese ziekte, met
werkloosheidspercentages van tien (Frankrijk) tot bijna twintig procent
(Spanje), en weinig zicht op herstel. Maar Noord-Europa lijkt te zijn
genezen.
Hardnekkig
Nu is het de VS waar de arbeidsmarktproblemen hardnekkig zijn, ondanks een
groeiende economie. De werkloosheid ligt al een vol jaar op of boven de 9,5
procent. Eind vorig jaar werd even de tien procent aangetikt, dus het
probleem is iets afgenomen. Maar voor Amerikaanse begrippen stelt deze
afname niets voor. In de vorige eeuw daalde de werkloosheid na recessies
veel sneller.
Je ziet het ziektebeeld ook terug bij de banengroei. Na ongekend grote afname
van de werkgelegenheid in 2008 en 2009 – in totaal gingen er ruim acht
miljoen banen verloren - leek het in 2010 weer de goede kant op te gaan. In
de eerste vijf maanden van het jaar kwamen er ruim een miljoen banen bij.
Maar in juni en juli raakte de Amerikaanse economie er weer 350 duizend
kwijt.
Besmet met het virus
Hoe zijn de Amerikanen besmet geraakt met het Europese virus? Het is nog te
vroeg om daar een eenduidig antwoord op te geven. Maar er is wel een aantal
verdachten.
Allereerst is het goed mogelijk dat Amerikaanse bedrijven het herstel niet
vertrouwen. De economische groei werd gekocht met enorme stimulering van de
overheid en een ongekend ruim monetair beleid van de Fed.
De vrees dat als die stimulering is uitgewerkt, de economie weer terugvalt kan
werkgevers kopschuw hebben gemaakt. De tegenvallende macrocijfers van de
afgelopen maand zullen dit wantrouwen alleen maar hebben gevoed.
Europees vangnet
Er zijn ook economen die menen dat de crisismaatregelen van Obama een
Europees vangnet onder de arbeidsmarkt hebben gelegd. Wie geen werk heeft
krijgt extra steun, hulp bij wanbetaling en nog meer vriendelijks. Misschien
is daardoor de zin om een baan te zoeken getemperd.
Maar waarschijnlijk is het probleem structureel. Ook na de vorige recessie in
2001, duurde het voor Amerikaanse begrippen opvallend lang voordat de
werkloosheid weer duidelijk daalde. Wellicht is de Amerikaanse industrie
niet meer in staat zo snel werklozen te absorberen als voorheen.
Veel laag geschoold werk is naar het buitenland gegaan. Het kenniswerk is
overgebleven. Bij specialistische banen duurt het in de regel langer voordat
werkgever en baanzoeker elkaar gevonden hebben. En de kans op verlies van
vaardigheden tijdens een periode van werkloosheid is ook groter.
Als die verklaring klopt wordt het tijd dat de ziekte een nieuwe naam krijgt.
Amerisclerosis? VSclerosis? Zeg het maar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl